Als een bouwplan in strijd is met het bestemmingsplan, kan het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning verlenen om van het bestemmingsplan af te wijken. Soms is dan eerst een besluit van de gemeenteraad nodig. Die moet een zogeheten verklaring van geen bedenkingen afgeven.

Er zijn ook gevallen waarin zo'n besluit van de gemeenteraad niet vereist is. Deze gevallen zijn beschreven in bijlage ll van het Besluit omgevingsrecht (Bor). Ze worden ook wel kruimelgevallen genoemd. Ze betreffen veelvoorkomende gevallen, zoals aanpassingen aan bestaande gebouwen. Bij deze kruimelgevallen kan het college toestemming geven om af te wijken van het bestemmingsplan zonder een besluit van de raad. Wanneer en hoe het college zijn bevoegdheid bij kruimelgevallen toepast, is vastgelegd in beleidsregels.

Beleidsregels voor beperkte afwijkingen van het bestemmingsplan, vierde wijziging