woensdag 29 december 2021
Originele publicatie downloaden:
Type bekendmaking:
algemeen verbindend voorschrift (verordening)



Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Leiderdorp 2022

 

Hoofdstuk 1 Bedragen persoonsgebonden budget maatwerkvoorzieningen

Artikel 1. Maatwerkvoorzieningen Huishoudelijke ondersteuning

Lid 1.

De bedragen voor het persoonsgebonden budget voor Huishoudelijke ondersteuning luiden per periode van een maand:

 

Type ondersteuning

Non-professional

Professional zzp’er

Instelling

Huishoudelijke Ondersteuning Basis

€ 154,00

€ 196,00

€ 252,00

Huishoudelijke Ondersteuning Basis intensief

€ 266,75

€ 339,50

€ 436,50

 

Huishoudelijke Ondersteuning Speciaal

€ 206,25

€ 262,50

€ 337,50

Huishoudelijke Ondersteuning Speciaal intensief

€ 352,00

€ 448,00

€ 576,00

 

Thuisondersteuning

€ 290,75

€ 367,50

€ 472,50

Thuisondersteuning intensief

€ 445,50

€ 567,00

€ 729,00

 

Lid 2.

Indien via het persoonsgebonden budget meerdere typen van ondersteuners (non-professional en/of zzp en/of instelling) worden ingehuurd, dan wordt de hoogte van het persoonsgebonden budget maximaal vastgesteld op het bedrag dat past bij de totale benodigde ingeschatte product en de zwaarste type ondersteuner waarvan de cliënt gebruik wil maken.

Artikel 2. Maatwerkvoorzieningen Begeleiding individueel

Lid 1.

De bedragen voor het persoonsgebonden budget voor Individuele begeleiding luiden per periode van een maand:

 

Type ondersteuning

Non-professional

Professional z zp’ er

Instelling

Begeleiding Individueel Basis regulier

€ 145,00

€ 232,00

€ 261,00

Begeleiding Individueel Basis middel

€ 345,00

€ 552,00

€ 621,00

Begeleiding Individueel Basis zwaar

€ 545,00

€ 872,00

€ 981,00

 

Begeleiding Individueel Speciaal regulier

n.v.t.

€ 328,00

€ 369,00

Begeleiding Individueel Speciaal middel

n.v.t.

€ 764,00

€ 859,50

Begeleiding Individueel Speciaal zwaar

n.v.t.

€ 1.204,00

€ 1.354,50

 

Lid 2.

Indien via het persoonsgebonden budget meerdere typen van ondersteuners (non-professional en/of zzp en/of instelling) worden ingehuurd, dan wordt de hoogte van het persoonsgebonden budget maximaal vastgesteld op het bedrag dat past bij de totale benodigde ingeschatte product en de zwaarste type ondersteuner waarvan de cliënt gebruik wil maken.

 

Artikel 3. Maatwerkvoorzieningen Begeleiding groep

lid 1

De bedragen voor het persoonsgebonden budget voor groepsbegeleiding luiden per periode van een maand:

 

Type ondersteuning

Non-professional

Professional z zp’ er

Instelling

Begeleiding groep Basis

n.v.t.

€ 293,75

€ 330,25

Begeleiding groep basis (incl vervoer)

n.v.t.

€ 377,25

€ 414,00

Begeleiding groep Basis (intensief)

n.v.t.

€ 734,25

€ 826,00

Begeleiding groep basis (intensief en incl vervoer)

n.v.t.

€ 943,00

€ 1.035,00

 

Begeleiding groep Speciaal

n.v.t.

€ 452,00

€ 508,50

Begeleiding groep Speciaal (incl vervoer)

n.v.t.

€ 557,75

€ 614,25

Begeleiding groep Speciaal (Intensief)

n.v.t.

€ 1.130,00

€ 1.271,25

Begeleiding groep Speciaal (intensief en incl vervoer)

n.v.t..

€ 1.394,25

€ 1.535,50

 

lid 2

Indien via het persoonsgebonden budget meerdere typen van ondersteuners (non-professional en/of zzp en/of instelling) worden ingehuurd, dan wordt de hoogte van het persoonsgebonden budget maximaal vastgesteld op het bedrag dat past bij de totale benodigde ingeschatte product en de zwaarste type ondersteuner waarvan de cliënt gebruik wil maken.

Artikel 4. Aanvullende bedragen per dagdeel en uur

Wanneer het resultaat met de bedragen genoemd in artikelen 1, 2 en 3 niet bereikt kan worden binnen de maximaal gestelde uren/dagdelen, kan er op basis van individueel maatwerk tot een oplossing worden gekomen. Hiervoor worden de pgb-tarieven verhoogd met de volgende tarieven per uur of dagdeel:

 

Type ondersteuning

Non-professional

Professional z zp’ er

Instelling

Huishoudelijke ondersteuning Basis

€ 14,00

€ 19,25

€ 24,75

Huishoudelijke ondersteuning Speciaal*

€ 14,00

€ 19,25

€ 27,25

Thuisondersteuning*

€ 14,00

€ 19,25

€ 28,25

Begeleiding Individueel Basis

€ 25,00

€ 39,75

€ 44,75

Begeleiding Individueel Speciaal

n.v.t.

€ 55,25

€ 62,00

Begeleiding groep basis (per dagdeel)

n.v.t.

€ 22,50

€ 25,50

Begeleiding groep basis met vervoer (per dagdeel)

n.v.t.

€ 29,00

€ 31,75

Begeleiding groep speciaal (per dagdeel)

n.v.t.

€ 34,75

€ 39,00

Begeleiding groep speciaal met vervoer (per dagdeel)

n.v.t.

€ 43,00

€ 47,25

 

* Bij huishoudelijke ondersteuning speciaal en Thuisondersteuning is voor het tarief non-professional en het tarief professional ZZP aangesloten bij het tarief van Huishoudelijke ondersteuning basis. Bij Huishoudelijke ondersteuning basis is gekozen voor een tarief vergelijkbaar met 110% van het wettelijk minimumloon inclusief vakantiegeld en –uren.

Artikel 5. Overige maatwerkvoorzieningen

De bedragen voor het persoonsgebonden budget voor overige maatwerkvoorzieningen luiden:

 

Type ondersteuning

Non-professional

Professional z zp’ er

Instelling

Kortdurend verblijf (per etmaal; max. 52 etmalen

per kalenderjaar)

€ 67.50

€ 108,00

€ 121,50

Maaltijdvoorziening (per uur)**

€ 14,‐

€ 19.25

€ 27,25

Kindverzorging (per uur)**

€ 14,‐

€ 19,25

€ 27,25

Lijfgebonden ondersteuning (per uur)

€ 25,-

€ 39,75

€ 44,75

 

**Bij de maatwerkvoorziening maaltijdvoorziening en kindverzorging is aansluiting gezocht bij de additionele tarieven voor huishoudelijke ondersteuning speciaal, omdat dit product wat betreft inhoud het meest aansluit bij de genoemde maatwerkvoorzieningen.

Artikel 6. Bedragen persoonsgebonden budget bij koop en huur van hulpmiddelen

Lid 1.

Het persoonsgebonden budget voor een rolstoel en scootmobiel omvat twee bestanddelen: een eenmalige vergoeding voor de aanschaf, inclusief standaard fabrieksopties, en een jaarlijkse tegemoetkoming in de kosten van onderhoud, reparatie en eventueel verzekering. Het persoonsgebonden budget voor aanschaf, verzekering en onderhoud voor de gehele gebruiksperiode bedraagt ten hoogste:

 

Type voorziening

Bedrag

Handbewogen rolstoel voor continu gebruik

€ 3.075

Handbewogen rolstoel voor incidenteel/kortdurend gebruik

€ 550

Handbewogen rolstoel voor (semi-)permanent gebruik

€ 1.900

Handbewogen rolstoel voor actief gebruik

€ 3.275

Handbewogen kinderrolstoel voor (semi-) permanent/actief gebruik

€ 2.675

Handbewogen kinderrolstoel voor permanent gebruik

€ 3.700

Elektrische rolstoel voor (semi-)permanent gebruik; primair binnen, maar ook om het huis

€ 9.225

Elektrische rolstoel voor (semi-)permanent gebruik; primair buiten, maar ook binnenshuis

€ 11.275

Elektrische kinderrolstoel

€ 12.300

Scootmobiel voor gebruik in de woonomgeving (min. 8 km/uur)

€ 2.750

Scootmobiel voor gebruik in de woonomgeving (min. 10 km/uur)

€ 3.475

Scootmobiel voor langere afstanden en intensief gebruik (min. 15 km/uur)

€ 4.300

Driewielfiets zonder motorhulp

€ 5.175

Driewielfiets met motorhulp

€ 7.200

Sportrolstoel

€ 3.075

 

Lid 2.

Indien de inwoner het persoonsgebonden budget aanwendt voor het huren van een hulpmiddel ontvangt hij per kalenderjaar het in het eerste lid genoemde totaalbedrag, gedeeld door het aantal gebruiksjaren (voor een hulpmiddel betreft dit 7 jaar).

 

Lid 3.

De restwaarde kan worden teruggevraagd, wanneer een cliënt verhuist of overlijdt binnen de in lid 2 genoemde gebruiksjaren. De restwaarde van het hulpmiddel wordt als volgt bepaald:

 

Bij verhuizing of overlijden of niet meer adequaat zijn van de voorziening

Restwaarde als percentage van het verstrekte persoonsgebonden budget

Eerste jaar

60%

Tweede jaar

50%

Derde jaar

40%

Vierde jaar

30%

Vijfde jaar

20%

Zesde jaar

10%

Zevende jaar

0%

 

Hoofdstuk 2 Bedragen voor vervoer

Artikel 7. Bedragen Collectief Vraagafhankelijk Vervoer

Lid 1.

Personen die een (maatwerk)voorziening ontvangen in de vorm van het Collectief Vraagafhankelijk Vervoer (CVV) moeten een bijdrage betalen in de vorm van een opstaptarief en een tarief per zone. Dit tarief bedraagt € 0,82 voor personen jonger dan 65 jaar en € 0,82 voor personen van 65 jaar en ouder.

 

Lid 2.

Op jaarbasis bestaat de (maatwerk)voorziening CVV uit 456 zones voor het gebruik van het CVV.

 

Lid 3.

Indien belanghebbende gebruik maakt van een andere maatwerkvoorziening zoals een scootmobiel, dan wel een eigen verplaatsingsmiddel, kan het aantal zones met 50% worden verlaagd, afhankelijk van de mate waarin het andere verplaatsingsmiddel in de vervoersbehoefte voorziet

Artikel 8. Bedragen maatwerkvoorzieningen vervoer

Lid 1.

De vergoeding voor verschillende maatwerkvoorzieningen voor vervoer bedragen op jaarbasis maximaal:

  • a.

    avoor vervoer per taxi € 1.920,00

  • b.

    voor een combinatie van taxi en vervoer met de eigen auto

  • voor taxi € 960,00

  • plus voor vervoer met eigen auto € 288,00

  • c.

    voor een rolstoeltaxi € 2.880,00

  • d.

    voor een voor rolstoelgebruik aangepast vervoermiddel € 576,‐

  • e.

    voor een combinatie van c en d:

  • voor de rolstoeltaxi (1.000 kilometer) € 1.440,00

  • plus voor rolstoelgebruik aangepast vervoermiddel (1.000 kilometer) € 288,‐

  • f.

    voor een bruikleenauto/buitenwagen met verbrandingsmotor € 240,‐

Lid 2.

De hoogte van de bedragen wordt voor inwoners tot 16 jaar gesteld op een percentage van de in het eerste lid genoemde bedragen op:

  • a.

    0% voor aanvragers tot 4 jaar;

  • b.

    25% voor aanvragers van 4 tot 6 jaar;

  • c.

    50% voor aanvragers van 6 tot 12 jaar;

  • d.

    75% voor aanvragers van 12 tot 16 jaar.

Lid 3.

Voor zover levenspartners 1 beiden in aanmerking komen voor een maatwerkvoorziening vervoer dan wel voor het CVV en tenminste één van hen kan geen gebruik maken van het CVV, wordt aan elk van hen een percentage (50% dan wel 75%, afhankelijk van de gezamenlijke vervoersbehoefte) van het maximumbedrag voor vervoer per reguliere taxi toegekend.

 

Lid 4.

Indien belanghebbende gebruik maakt van een andere maatwerkvoorziening zoals een scootmobiel, dan wel een eigen verplaatsingsmiddel, kunnen de zones en bedragen van artikel 8 en 9 met 25%, 50% of 75% worden verlaagd, afhankelijk van de mate waarin het andere verplaatsingsmiddel in de vervoersbehoefte voorziet.

 

Lid 5.

Indien om andere redenen, zoals het nog gedeeltelijk gebruik kunnen maken van het openbaar vervoer, de vervoersbehoefte afwijkt, kunnen de zones en bedragen in artikel 8 en 9 met 25%, 50% of 75% worden verlaagd, afhankelijk van de mate waarin in de vervoersbehoefte reeds wordt voorzien.

Artikel 9. Bedragen voor een maatwerkvoorziening in de vorm van een tegemoetkoming

Lid 1.

Indien het primaat van verhuizing geldt, bedraagt de tegemoetkoming voor de verhuis- en inrichtingskosten eenmalig:

  • -

    voor een combinatie van verhuis- en inrichtingskosten: € 2.012,- .

  • -

    voor verhuiskosten € 800,-

  • -

    voor inrichtingskosten € 1262,-

 

Hoofdstuk 3 Bijdrage in de kosten van een voorziening

Artikel 10. Bijdrage voor maatwerkvoorzieningen

Lid 1.

De persoon, aan wie een maatwerkvoorziening in natura of in de vorm van een persoonsgebonden budget is verleend, is een bijdrage verschuldigd.

 

Lid 2.

De hoogte van de bijdrage voor een maatwerkvoorziening wordt vastgesteld overeenkomstig het bepaalde in het Uitvoeringsbesluit maatschappelijke ondersteuning, zoals jaarlijks aangepast door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, en bedraagt nooit meer dan:

  • a.

    de kostprijs van de maatwerkvoorziening in natura;

  • b.

    de hoogte van het persoonsgebonden budget voor een maatwerkvoorziening.

Lid 3.

De termijn van de inning van bijdrage voor een maatwerkvoorziening is:

  • a.

    gelijk aan de verstrekkingsduur van een maatwerkvoorziening in natura, anders dan in eigendom;

  • b.

    gelijk aan de verstrekkingsduur van een periodiek persoonsgebonden budget;

  • c.

    gelijk aan de termijn, tot de kostprijs van de voorziening is betaald, die in de toekenningsbeschikking van het persoonsgebonden budget voor een maatwerkvoorziening is vermeld.

Lid 4.

De eigen bijdrage voor een maatwerkvoorziening gaat in op de datum van indicatie die in de beschikking staat plus 2 weken. Dit geldt ook voor het Pgb. Voor woningaanpassingen en hulpmiddelen geldt de datum van levering als ingangsdatum van de eigen bijdrage. De eigen bijdrage stopt op datum van einde voorziening, in het geval van kortdurende, tussentijdse onderbrekingen loopt de eigen bijdrage door. De eigen bijdrage stopt in principe ook wanneer de ondersteuning langer dan drie maanden onderbroken wordt.

 

Lid 5.

De inning van de bijdrage voor een maatwerkvoorziening stopt te allen tijde bij het overlijden van belanghebbende of bij beëindiging van de maatwerkvoorziening.

 

Lid 6.

De persoon, aan wie de maatwerkvoorziening in de vorm van een tegemoetkoming is verleend, is geen bijdrage verschuldigd.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 11. Citeertitel en inwerkingtreding

  • a.

    Dit Besluit wordt aangehaald als: 'Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Leiderdorp 2022'.

  • b.

    Dit Besluit treedt in werking op 1 januari 2022;

  • c.

    Met inwerkingtreding van dit Besluit wordt het 'Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Leiderdorp 2021’ ingetrokken.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 21 december 2021.

Het College van Burgemeester en wethouders,

de secretaris,

de burgemeester,