donderdag 25 september 2025
Originele publicatie downloaden:
Type bekendmaking:
algemeen verbindend voorschrift (verordening)



Verordening rechtspositie raads- en burgerraadsleden gemeente Leiderdorp 2025

De raad van de gemeente Leiderdorp;

 

gelezen het voorstel van 2 juni 2025, nr. Z/25/178889/410465;

 

gezien het advies van het presidium van 1 september 2025;

 

gezien het advies van het Politiek Forum van 8 september 2025;

 

gelet op het bepaalde in artikel 95, eerste en tweede lid, 96, eerste en tweede lid, 98, 99 van de Gemeentewet en de artikelen uit hoofdstuk 3 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers;

 

b e s l u i t:

 

Vast te stellen de:

 

Verordening rechtspositie raads- en burgerraadsleden gemeente Leiderdorp 2025

Artikel 1 Definitiebepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

 

  • a.

    burgerraadslid: commissielid zoals bedoeld in artikel 82 van de Gemeentewet;

  • b.

    commissie: commissie ingesteld door de Raad op grond van de artikelen 82, 83 of 84 van de Gemeentewet;

  • c.

    fractie: leden van de Raad die door het centraal stembureau op dezelfde kandidatenlijst verkozen zijn verklaard, worden bij aanvang van de zitting als één raadsfractie beschouwd;

  • d.

    griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet;

  • e.

    Politiek Forum: commissie ingesteld door de Raad op grond van artikel 82 van de Gemeentewet ter voorbereiding van de raadsvergadering;

  • f.

    presidium: het presidium, zoals bedoeld in het Reglement van Orde van de Raad van Leiderdorp 2024

  • g.

    Raad: de gemeenteraad van Leiderdorp;

  • h.

    waar in deze verordening ‘hij’ staat kan ook ‘zij’ worden gelezen.

Artikel 2 Toelage raadslid onderzoekscommissie en bijzondere commissie

  • 1.

    Een raadslid dat lid is van een onderzoekscommissie als bedoeld in artikel 155a, derde lid van de Gemeentewet wordt voor de duur van de activiteiten van die commissie ten laste van de gemeente een toelage toegekend. De toelage is per jaar maximaal driemaal de maandelijkse vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 3.1.1, eerste lid, Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2.

    Aan een raadslid dat lid is van een bijzondere commissie als bedoeld in artikel 84 Gemeentewet en artikel 3.1.4, eerste lid van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers kan voor de duur van de activiteiten van de commissie een toelage toegekend worden. De hoogte van deze toelage staat gelijk aan het maximale bedrag dat in artikel 3.1.4 van het Rechtspositiebesluit wordt genoemd.

Artikel 3 Nadere regels niet-partijpolitiek georiënteerde scholing raads- en commissieleden

  • 1.

    Een raads- of burgerraadslid dat wil deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing in verband met de vervulling van zijn functie als bedoeld in artikel 3.3.3 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, dient daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de griffier.

  • 2.

    Deze aanvraag gaat vergezeld van stukken met inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

  • 3.

    De Raad beslist op de aanvraag op basis van de overlegde stukken.

Artikel 4 Informatie- en communicatievoorzieningen raads- en burgerraadsleden

  • 1.

    Een raads- of burgerraadslid tekent een bruikleenovereenkomst wanneer hem ten laste van de gemeente voor de duur van de uitoefening van zijn functie informatie- en communicatievoorzieningen ter beschikking worden gesteld bedoeld in artikel 3.3.2 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. Het college stelt het model voor de bruikleenovereenkomst vast.

  • 2.

    Een raads- of burgerraadslid levert na beëindiging van zijn functie de ter beschikking gestelde informatie- en communicatievoorzieningen in bij de gemeente.

Artikel 5 Aanwijzing als eindheffingsbestandsdeel

  • 1.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

Artikel 6 Betaling vaste vergoedingen

Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van de vergoeding van burgerraadsleden, bedoeld in artikel 3.4.1 het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, na elk kalenderkwartaal plaats met inachtneming van een vergoeding per bijgewoonde vergadering.

Artikel 7 Betaling en declaratie van onkosten

  • 1.

    Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van kosten die op grond van deze verordening voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking komen plaats door:

    • a.

      betaling uit gemeentelijke middelen, op basis van een rechtstreeks aan de gemeente toegezonden factuur,

    • b.

      betaling vooruit uit eigen middelen of

    • c.

      betaling ten laste van de gemeentelijke creditcard.

  • 2.

    Een aanvraag om een vergoeding van de onkosten als bedoeld in dit artikel gaat vergezeld van een declaratieformulier en bewijsstukken. Het vereiste om bewijsstukken te overleggen geldt niet wanneer de vergoeding een forfaitair bedrag betreft.

  • 3.

    Het declaratieformulier en de bewijsstukken worden binnen 30 dagen, en voor het einde van de raadsperiode, na factuurdatum of betaling door raads- of commissieleden ingediend bij de griffier.

  • 4.

    Voor zover van toepassing draagt de gemeente er zorg voor dat de betaling aan raads- of commissieleden zo spoedig mogelijk na het indienen van de aanvraag wordt overgemaakt.

Artikel 8 Intrekking oude verordening

De Verordening geldelijke voorzieningen (burger)raadsleden, commissieleden en leden van de Rekenkamer gemeente Leiderdorp 2015, zoals vastgesteld op 2 maart 2015, wordt ingetrokken.

Artikel 9 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie raads- en burgerraadsleden gemeente Leiderdorp 2025.

Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van Leiderdorp op 15 september 2025,

de griffier,

mevrouw H.K.B. Fobler

de voorzitter,

mevrouw T.C.M. Struik