Bekendmaking
Verordening rechtspositie raads- en burgerraadsleden gemeente Leiderdorp 2025
De raad van de gemeente Leiderdorp;
gelezen het voorstel van 2 juni 2025, nr. Z/25/178889/410465;
gezien het advies van het presidium van 1 september 2025;
gezien het advies van het Politiek Forum van 8 september 2025;
gelet op het bepaalde in artikel 95, eerste en tweede lid, 96, eerste en tweede lid, 98, 99 van de Gemeentewet en de artikelen uit hoofdstuk 3 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers;
Verordening rechtspositie raads- en burgerraadsleden gemeente Leiderdorp 2025
Artikel 2 Toelage raadslid onderzoekscommissie en bijzondere commissie
- 1.
Een raadslid dat lid is van een onderzoekscommissie als bedoeld in artikel 155a, derde lid van de Gemeentewet wordt voor de duur van de activiteiten van die commissie ten laste van de gemeente een toelage toegekend. De toelage is per jaar maximaal driemaal de maandelijkse vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 3.1.1, eerste lid, Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.
- 2.
Aan een raadslid dat lid is van een bijzondere commissie als bedoeld in artikel 84 Gemeentewet en artikel 3.1.4, eerste lid van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers kan voor de duur van de activiteiten van de commissie een toelage toegekend worden. De hoogte van deze toelage staat gelijk aan het maximale bedrag dat in artikel 3.1.4 van het Rechtspositiebesluit wordt genoemd.
Artikel 4 Informatie- en communicatievoorzieningen raads- en burgerraadsleden
- 1.
Een raads- of burgerraadslid tekent een bruikleenovereenkomst wanneer hem ten laste van de gemeente voor de duur van de uitoefening van zijn functie informatie- en communicatievoorzieningen ter beschikking worden gesteld bedoeld in artikel 3.3.2 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. Het college stelt het model voor de bruikleenovereenkomst vast.
- 2.
Artikel 5 Aanwijzing als eindheffingsbestandsdeel
- 1.
- 2.
Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.
Artikel 6 Betaling vaste vergoedingen
Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van de vergoeding van burgerraadsleden, bedoeld in artikel 3.4.1 het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, na elk kalenderkwartaal plaats met inachtneming van een vergoeding per bijgewoonde vergadering.