donderdag 29 december 2022
Originele publicatie downloaden:
Type bekendmaking:
algemeen verbindend voorschrift (verordening)



Verordening maatschappelijke ondersteuning 2021, eerste Wijziging

De raad van de gemeente Leiderdorp;

 

gelezen het voorstel van 26 oktober 2022 , nr. Z/22/136554/293246;

 

gezien het advies van het Politiek Forum van 12 december 2022;

 

gelet op het bepaalde in artikel 160, lid 1, sub b van de Gemeentewet;

 

b e s l u i t:

 

De Verordening maatschappelijke ondersteuning Leiderdorp 2021, eerste wijziging vast te stellen.

Artikel 1  

 

A.

Artikel 1 begripsbepaling wordt als volgt gewijzigd

 

Het volgende begrip wordt aangepast als volgt

 

algemeen gebruikelijke voorziening: een voorziening die niet specifiek bedoeld is voor personen met een beperking, die daadwerkelijk beschikbaar is, een passende bijdrage levert aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt tot zelfredzaamheid of participatie in staat is en die financieel kan worden gedragen met een inkomen op minimumniveau.

 

Er worden nieuwe begrippen toegevoegd luidende:

 

Specialistische maatschappelijke opvang: In de Leidse regio verwijzen wij op deze manier naar opvang, zoals bedoeld in artikel 1.1.1. eerste lid van de wet, te weten: onderdak en begeleiding voor personen die de thuissituatie hebben verlaten, al dan niet in verband met risico’s voor hun veiligheid als gevolg van huiselijk geweld, en niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving;

 

Wonen met ondersteuning: in de Leidse regio verwijzen wij met deze term naar het begrip beschermd wonen zoals bedoeld in artikel 1.1.1. eerste lid van de wet, te weten: wonen in een accommodatie van een instelling met daarbij behorende toezicht en begeleiding, gericht op het bevorderen van zelfredzaamheid en participatie, het psychisch en psychosociaal functioneren, stabilisatie van een psychiatrisch ziektebeeld, het voorkomen van verwaarlozing of maatschappelijke overlast of het afwenden van gevaar voor de cliënt of anderen, bestemd voor personen met psychische of psychosociale problemen, die niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving;

 

De huidige leden m tot p zijn hernummerd tot m tot r

 

B.

Artikel 3 Cliëntondersteuning wordt als volgt gewijzigd:

De titel wordt

Onafhankelijke cliëntondersteuning

 

C.

Artikel 5 Onderzoek wordt als volgt gewijzigd

Lid 1 komt te luiden

 

  • 1.

    Het college onderzoekt in samenspraak met, of namens, degene door wie de melding is gedaan, dan wel met zijn vertegenwoordigers en eventuele mantelzorger(s), deskundigen en desgewenst familie of iemand uit het sociale netwerk, zo spoedig mogelijk:

    • a.

      de behoeften, persoonskenmerken en voorkeuren van de cliënt;

    • b.

      het gewenste resultaat van het verzoek om ondersteuning;

    • c.

      de mogelijkheden om op eigen kracht of met gebruikelijke hulp of algemeen gebruikelijke voorzieningen zijn zelfredzaamheid of zijn participatie te handhaven of te verbeteren, of te voorzien in zijn behoefte aan wonen met ondersteuning of specialistische maatschappelijke opvang

    • d.

      de mogelijkheden om met mantelzorg of hulp van andere personen uit zijn sociaal netwerk te komen tot verbetering van zijn zelfredzaamheid of zijn participatie, of te voorzien in zijn behoefte aan wonen met ondersteuning of specialistische maatschappelijke opvang

    • e.

      de behoefte aan maatregelen ter ondersteuning van de mantelzorger van de cliënt;

    • f.

      de mogelijkheden om met gebruikmaking van een algemene voorziening, zoals bedoeld in artikel 2.1.2 van de Wet, of door het verrichten van maatschappelijk nuttige activiteiten te komen tot verbetering van zijn zelfredzaamheid of zijn participatie, of de mogelijkheden om met gebruikmaking van een algemene voorziening te voorzien in zijn behoefte aan wonen met ondersteuning of specialistische maatschappelijke opvang

    • g.

      de mogelijkheden om door middel van samenwerking met zorgverzekeraars en zorgaanbieders als bedoeld in de Zorgverzekeringswet en partijen op het gebied van publieke gezondheid, jeugdhulp, onderwijs, welzijn, wonen, werk en inkomen of door doorstroom naar de Wet Langdurige Zorg (WLZ), te komen tot verbetering van zijn zelfredzaamheid en participatie of aan wonen met ondersteuning of specialistische maatschappelijke opvang.

    • h.

      de mogelijkheid tot het doen van een aanvraag voor een maatwerkvoorziening;

    • i.

      welke bijdragen in de kosten de cliënt met toepassing van het bepaalde bij of krachtens artikel 2.1.4 van de Wet verschuldigd zal zijn, en

    • j.

      wijst de cliënt actief op de mogelijkheid om te kiezen voor de verstrekking van een persoonsgebonden budget, indien de zorg in natura naar het oordeel van de cliënt niet passend is, waarbij de cliënt in begrijpelijke bewoordingen wordt ingelicht over de gevolgen van die keuze.

  • 2.

    Als de cliënt een persoonlijk plan als bedoeld in artikel 4, vierde lid, aan het college heeft overhandigd, betrekt het college dat plan bij het onderzoek, bedoeld in het eerste lid.

  • 3.

    Het college informeert de cliënt over de gang van zaken bij het gesprek, diens rechten en plichten en de vervolgprocedure en vraagt de cliënt toestemming om zijn persoonsgegevens te verwerken.

  • 4.

    Als de hulpvraag genoegzaam bekend is, kan het college onverminderd het bepaalde in artikel 2.3.2 van de wet, in overleg met de cliënt afzien van een gesprek.

D.

Artikel 8 Criteria voor een maatwerkvoorziening Lid wordt als volgt gewijzigd:

Lid 3 en 4 komen te luiden

  • 3.

    Rekening houdend met de uitkomsten van het in artikel 5 bedoelde onderzoek levert de maatwerkvoorziening zoals bedoeld in artikel 8 lid 3 een passende bijdrage:

    • a.

      aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld tot zelfredzaamheid of participatie en zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kan blijven, of;

    • b.

      in de behoefte van de cliënt aan wonen met ondersteuning of specialistische maatschappelijke opvang en aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld zich zo snel mogelijk weer te handhaven in de samenleving.

  • 4.

    Bij beoordeling van de aanvraag hanteert het college in aanvulling op de voorgaande leden en op grond van artikel 2.1.2. van de Wet in ieder geval de volgende criteria:

    • a.

      een aanspraak op een algemene of andere voorziening is voorliggend op een aanspraak op een maatwerkvoorziening;

    • b.

      er is sprake van een noodzaak tot het treffen van een maatwerkvoorziening voor zelfredzaamheid, participatie, wonen met ondersteuning of specialistische maatschappelijke opvang;

    • c.

      er is geen sprake van een algemeen gebruikelijke voorziening;

    • d.

      als een maatwerkvoorziening noodzakelijk is, verstrekt het college in beginsel de goedkoopst compenserende en tijdig beschikbare voorziening.

E.

Artikel 11 Regels voor het persoonsgebonden budget wordt als volgt gewijzigd

Lid 7 komt te luiden

Voor de producten Huishoudelijke Ondersteuning, Begeleiding en Wonen met ondersteuning die per 2023 in werking treden worden maximaal de in lid 5 en 6 genoemde percentages gehanteerd. Bij een persoonsgebonden budget voor professionele ondersteuning geboden door een gediplomeerde zelfstandige zonder personeel (Zzp) wordt daarbij voor Huishoudelijke ondersteuning tenminste 125% van het wettelijk minimumuurloon aangehouden (peildatum 1 januari van het betreffende jaar). Bij een persoonsgebonden budget voor niet-professionele/informele ondersteuning wordt daarbij voor Huishoudelijke ondersteuning tenminste 105% van het wettelijk minimumuurloon aangehouden en voor Begeleiding tenminste het bedrag per uur dat Zorgkantoren hanteren voor informele ondersteuning in het kader van de Wet langdurige zorg.

Het huidige lid 7 wordt hernummerd naar lid 8.

 

F

Artikel 12 Bijdrage in de kosten van algemene voorzieningen wordt als volgt gewijzigd

Lid 2 en 3 komen te luiden

  • 2.

    Een cliënt is een bijdrage verschuldigd in de kosten voor het gebruik van collectief vervoer, in de vorm van een opstaptarief en een tarief per kilometer. Het college draagt zorg voor de kenbaarheid van de bedragen.

  • 3.

    De in het tweede lid genoemde bedragen zijn uitgedrukt in het prijspeil van 2023 en worden ieder opvolgend kalenderjaar gewijzigd aan de hand van ontwikkeling van de consumentenprijsindex.

G

Artikel 13 Bijdrage in de kosten van maatwerkvoorzieningen en persoonsgebonden budgetten

Lid 2, 3, 5 en 6 komen te luiden

  • 2.

    De bijdrage wordt berekend conform hoofdstuk 3 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 en bedraagt maximaal de kostprijs van de maatwerkvoorziening.

  • 3.

    Een cliënt is voor een maatwerkvoorziening een bijdrage verschuldigd, behalve wanneer:

    • a.

      de maatwerkvoorziening wordt verstrekt in de vorm van een rolstoel;

    • b.

      de maatwerkvoorziening wordt verstrekt in de vorm van individueel vervoer;

    • c.

      het een maatwerkvoorziening betreft welke geplaatst is in gemeenschappelijke ruimten van wooncomplexen of de openbare ruimte;

    • d.

      er sprake is van een maatwerkvoorziening voor begeleiding individueel intensiteit waakvlam (lage frequentie begeleiding), de maatwerkvoorziening kindverzorging of de maatwerkvoorziening kortdurend verblijf.

  • 5.

    In afwijking van artikel 2.1.4.a., vierde lid, van de Wet bedraagt de hoogte van de eigen bijdrage voor de maatwerkvoorziening voor het collectief vraagafhankelijk vervoer een instaptarief en een bijdrage per kilometer

  • 6.

    De in lid 5 genoemde bijdrage is uitgedrukt in het prijspeil van 2023 en wordt ieder opvolgend kalenderjaar gewijzigd aan de hand van de ontwikkeling van de Landelijke Tariefindex (LTI).

H

Artikel 25 Intrekking oude verordening en overgangsrecht

Lid 2 en 3 komen te vervallen en artikel komt te luiden

  • 1.

    De “Verordening maatschappelijke ondersteuning Leiderdorp 2020” wordt ingetrokken.

  • 2.

    Op bezwaarschriften tegen een besluit op grond van de “Verordening maatschappelijke ondersteuning Leiderdorp 2020”, wordt beslist met inachtneming van die Verordening.

Artikel 26

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2023.

Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van Leiderdorp op 19 december 2022,

de griffier a.i.,

mevrouw E. van der Voorde

de voorzitter,

mevrouw L.M. Driessen-Jansen