Speech Laila Driessen dodenherdenking

Overzichtsfoto dodenherdenking

Geachte aanwezigen,

Bij het schrijven van deze toespraak is de lente in volle gang. Het is weer langer licht en de vogeltjes fluiten de prachtigste concerten voor ons. Een gevoel van vrijheid overvalt mij op deze avonden weleens. Vrijheid die ons zo lief, maar ook zo broos is.

Vandaag 4 mei, herdenken we hen, die tijdens de Tweede Wereldoorlog hún leven lieten in de strijd om het vrije leven dat wíj vandaag de dag mogen leiden. Zij die sneuvelden in ons land, maar ook elders in Europa en in Azië.

We denken aan onze eigen verzetsstrijders, die samen met de Amerikanen, Canadezen, Britten en Polen zij aan zij streden voor ons land.

Maar ook gedenken we de mannen en vrouwen die in het Koninkrijk der Nederlanden of waar ook ter wereld in andere oorlogssituaties zijn omgekomen of vermoord sinds het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog.

In West-Europa, in Nederland, in Leiderdorp, leven wij al ruim drie kwart eeuw in vrede. Toch is er ook vandaag veel onrust over de hele wereld en woedt er al ruim een jaar lang een verschrikkelijke oorlog dicht bij huis.

Wellicht heeft u vanmorgen de speech van premier Zelensky gehoord. Hij sprak in Nederland over moed en rechtvaardiging. Zo bewonderenswaardig.

Wij vinden het vanzelfsprekend om de Oekraïners, Syriërs en anderen geborgenheid te kunnen bieden, die in ons Leiderdorp een tijdelijk, veilig onderdak vinden, ver weg van hun eigen huis. Ik ben trots op mijn Leiderdorpse inwoners. Ook op hen die vanaf februari vorig jaar hun hart en sommigen zelfs hun huis hebben opengesteld.

Vrijheid is nooit iets vanzelfsprekends geweest. We moeten er moeite voor blijven doen. Soms wat geven, soms wat nemen. Beseffen dat je veel mag zeggen, maar dat anderen kwetsen nooit de bedoeling kan zijn. Even nadenken bij het horen van het nieuws. Wie zegt wat waar is? Wat is fake-news? En wat niet? De werkelijkheid in het vizier blijven houden.

Want waar de waarheid geweld wordt aangedaan, is de vrede verder weg.

Zoals bijvoorbeeld in het Duitsland van de jaren dertig van de vorige eeuw. Daar is de geest van de bevolking rijp gemaakt voor de strijd tegen de Joden, Nomaden en andere onderdrukten. Ze zijn doelbewust in woord en beeld weggezet als bedreigend.

Dat willen we nooit meer meemaken, en daar kunnen we het niet vaak genoeg met elkaar over hebben. Vandaag en morgen staan we hier nadrukkelijk bij stil. Vandaag, door straks om acht uur letterlijk twee minuten stilte te houden, op onze begraafplaats, onder de roze witte bloesem van de bomen.

Stil is het dan ook in de Hoofdstraat, waar tijdens de Tweede Wereldoorlog Roel Marbus samen met zijn zus Marie eigenaar was van de Leiderdorpse galanteriewinkel. Zij verkochten daar onder meer potten, pannen, speelgoed en klompen. In hun huis achter de winkel verborgen zij met gevaar voor eigen leven Joodse mensen.

Of even verderop aan de Hoofdstraat, waar in de voormalige garage van Huisman de centrale Leiderdorpse gaarkeuken was gestationeerd. Van waaruit het eten met paard en wagen naar de opscheppunten in ons dorp werd vervoerd.

Het is straks ook stil in de Koningstraat. Waar op een nacht in 1943 de Joodse familie Van Hoorn werd weggehaald. De vier volwassen kinderen kwamen via Westerbork in Auschwitz terecht en zijn daar omgekomen. Hun ouders worden later opgepakt in Leiden. Via Westerbork worden ze naar Sobibor vervoerd en daar direct na aankomst vergast.

5 september 1944. Deze dag zou later de geschiedenis in gaan als ‘Dolle Dinsdag’. Door een bericht van Radio Oranje ontstond er op deze dag een bevrijdingsroes in Nederland, met als gevolg paniek bij Duitsers en collaborateurs. Later die dag zou blijken dat dit bericht op verkeerde informatie berust. Aan de Zoeterwoudse Rijnoever, ter hoogte van de Doesbrug klimt de jonge Henk van Groeningen in een vlaggenmast. In de veronderstelling dat Nederland vrij was, hadden anderen de vlag die ochtend gehesen. Henk van Groeningen, die bang is dat de Duitsers dit als provocatie zullen zien, wil de vlag weghalen wanneer hij hoort dat Nederland nog niet bevrijd is. Maar hij wordt doodgeschoten door een Duitse soldaat die denkt dat hij de vlag juist aan het hijsen is. Ook aan deze oever is het stil vanavond, om 8 uur precies.

En ook in de Resedastraat. De straat die in 1945, in de opluchting en euforie na de bevrijding, de prijs van de mooist versierde straat won. Omdat de lokale geschiedenis goed is vastgelegd lezen we daarover - en ik citeer Ank Polhuys -: “Alle straatbewoners hadden verschrikkelijk hun best gedaan. Van de Verenigde Touwfabrieken kregen we oranje, rood, wit en blauw papier om roosjes te maken. Iedereen deed dat buiten voor de deur gezeten, want het was prachtig weer. Met de roosjes werden de huizen opgesierd. De straat, die toen nog maar aan één kant bebouwd was, bestond uit zes huizenblokken. Ieder blok kreeg een eigen kleur, oranje, rood, wit of blauw. Zo leek de Resedastraat één grote Nederlandse vlag, met een fraaie erepoort aan het begin.”

Al deze verhalen, die de angst, de pijn en alle andere emoties van het leven in oorlog zo goed voelbaar maken, lezen we in het boekje ‘60 jaar vrijheid in Leiderdorp’ dat in 2005 door de Oranjevereniging Leiderdorp werd uitgegeven. Vanuit het belang om deze verhalen te blijven delen, te blijven doorvertellen, mag dit waardevolle boekje, vol persoonlijke verhalen van onze dorpsgenoten in oorlogstijd van mij op de boekenlijsten bij al onze scholen.

Wij zijn geneigd om deze vrijheid onlosmakelijk te koppelen aan internationale politiek en oorlogstijd. Maar ware vrijheid begin bij kleine concrete daden, gewoon hier, dicht bij huis, in ons eigen dorp, onze eigen omgeving. Met daden om conflicten – groot of klein – te voorkomen of met wederzijds respect op te lossen.

Want wie durft op te staan bij onrecht? Wie durft tegen de stroom in te gaan? Vaak zonder het te merken, worden we vaak voor de keuze gesteld: sta ik op of blijf ik zitten?

Een kind dat op school wordt gepest met die ene klasgenoot die voor hem opkomt; wel of niet meelachen om een ongepaste grap; mensen die onbaatzuchtig voor anderen opkomen.

Natuurlijk zijn deze voorbeelden niet vergelijkbaar met de keuzes die de helden zo’n 80 jaar geleden maakten, die voor onze vrijheid vandaag zorgden. Maar ze zetten ons wel aan het denken.

Wat zou ik doen?
Sta ik op of blijf ik zitten?

Verzet is van alle tijden, vóórtdurend, en kent vele gezichten. Remco Campert schreef hier in 1970 een prachtig verzetsgedicht over. Het heet ‘Iemand stelt de vraag’. Als statement tegen de oorlog in Oekraïne is een deel van dit beroemde gedicht naar veertien talen vertaald. Ik draag het vanavond graag aan u voor.

Iemand stelt een vraag

Verzet begint niet met grote woorden

maar met kleine daden

zoals storm met zacht geritsel in de tuin

of de kat die de kolder in z'n kop krijgt

zoals brede rivieren

met een kleine bron

verscholen in het woud

zoals een vuurzee

met dezelfde lucifer

die de sigaret aansteekt

zoals liefde met een blik

een aanraking, iets dat je opvalt in een stem

jezelf een vraag stellen

daarmee begint verzet

en dan die vraag aan een ander stellen.

//

Het doet mij goed om ook vanavond weer veel mensen te zien bij deze herdenking. Want júllie geven vrijheid door. Júllie vertellen straks de verhalen door aan de volgende generaties.

Als we straks samen stil zijn, zijn we dat ter wille van de vrijheid, die van ons samen is, die kwetsbaar is en toch één en ondeelbaar is. Vanavond zingen wij ook ons Volkslied, dat verhaalt over mensen op de vlucht voor geweld en onderdrukking en dat verhaalt over trouw en trouwzijn aan jouw eigen geweten.

Het doet er niet toe waar je vandaan komt,
Het doet er niet toe wie je bent of wat je doet,
We zijn hier voor één zaak,
We willen samenleven in ons land in vrijheid en geborgenheid.

Graag wil ik traditiegetrouw - voor de laatste keer in mijn ambt - afsluiten met een fragment uit de tekst die bij ons in Leiderdorp aan de muur in de aula van de begraafplaats hangt.

alle namen hier zijn
genoemd om te blijven
zoals een haag van klimop
een spoor van aanwezigheid is

Deel dit nieuwsbericht